vrijdag 6 februari 2015

Rollercoaster

Een verkalkte placenta. Dat was de oorzaak van Leander zijn dysmaturiteit.
Tot aan de navel leeg, geen drupje bloed was er nog te bespeuren.
Hij heeft doorgezet tot het einde en toen vond hij het tijd om te komen.
Tot op de dag van vandaag ben ik nog steeds dankbaar dat Moeder Natuur ingegrepen heeft.
Maar anderzijds ook weer niet want waarom deed mijn lichaam niet wat het moest doen?

Ondanks dat ik van zowel artsen als iedereen rondom mij kree
g te horen dat ik er niks aan kon doen, dat het gewoon pech was, verwijt ik het mezelf nog steeds.

In de laatste maand van mijn zwangerschap had mijn gynaecologe al opgemerkt dat Leander amper tot niet meer groeide. Ik werd heel goed opgevolgd, heb bijna dagelijks aan de monitor gelegen en ze had besloten dat ik ingeleid zou worden. Ze had me al voorbereid op het feit dat hij waarschijnlijk in de couveuse zou belanden. Ze schatte zijn geboortegewicht rond de 2200 gram.
Iedere nacht ben ik rond 03:00 op gestaan om te eten. Omdat ik honger had maar ook Leander zoveel mogelijk ‘aan te vetten’.
Ik weet niet of het heeft mogen baten.

Na de bevalling kreeg ik van de vroedvrouw te horen dat we beiden veel geluk hadden gehad.
Dat het kantje boord was.
Een geluk dat de wetenschap zo ver gevorderd is.
50 jaar geleden zouden we er nu niet meer geweest zijn.

Dag 1 lag er een rillend klein ventje in de couveuse.
Zijn bloedsuikerspiegel ging alle kanten uit.
Iedere 3 uur kreeg hij een hielprik waardoor ze konden meten hoe hoog of laag dit stond.
Onze emoties ging mee met de waarden.
Want de kans om in shock te geraken was reëel, met alle gevolgen vandien.

 Ik mocht zijn handje vasthouden.
Zijn hand in mijn hand met een glazen scheiding tussen ons.

De eerste voeding, de eerste stoelgang, hem als eerste in mijn armen houden...
Ik heb het allemaal moeten missen. Maar ik was zo dankbaar dat hij omringd werd door een fantastisch team. En hij liet het allemaal ondergaan. Weende zelden, alleen als hij honger had.
Was zo content. Ondanks de onderzoeken, het prikken, de pleisters en kabeltjes.
Hij wond iedereen rond zijn vinger.
Alle verpleegsters van de afdeling waren weg van hem en leefden met ons mee.

Op het einde van dag 2 mocht ik kangoeroeën met hem.
Eindelijk mocht ik hem in mijn armen houden.
Zijn huid op mijn huid.
Aan zijn hartslag merkten we dat hij dat fijn vond. Volgens de papa was ik de hele dag bleek, tot dat Leander op mijn borst lag. Dan pas kregen mijn kaken kleur.
Het zaligste moment sinds hij geboren was.


Buiten de voedings- en badmomentjes waren dag 2, 3 en 4 een zwart gat.
Zijn suikerspiegel kregen ze niet onder controle. Hij kreeg veel vocht toegediend waardoor de ductus van zijn hartje niet sloot. De kinderartsen hoorden ruis op zijn hartje en overwogen om ons over te brengen naar Leuven.
Zijn adertjes sprongen door de infuusjes waardoor ze telkens een nieuwe moesten zoeken om in te prikken.
Ik kon nog steeds geen kant uit al heb ik mezelf gedwongen om recht te zitten. Mijn doel was zo snel mogelijk in die rolstoel te geraken zodat ik uit eigen beweging naar mijn zoon kon gaan.
Helaas was mijn verstand voor op mijn lichaam. Het wou niet mee.
Tranen met tuiten hebben we gehuild die dagen.
Ik bleef maar denken: “Ik krijg hem nooit mee naar huis.”

Dag 5 werd zijn suikerspiegel een beetje stabieler en mocht hij van de couveuse naar een verwarmd bedje. Zijn gewicht steeg traag maar gestaag.
Ik kon terug rechtop wandelen.

Dag 6 zijn we richting Genk getrokken om een echo te laten maken van zijn hartje. De kinderartsen hadden eerst geprobeerd om het toedienen van vocht te minderen in de hoop dat de ruis weg zou gaan. Dat deed het ook en de cardiologe bevestigde dat we ons geen zorgen daaromtrent moesten maken.
Zijn suikerspiegel werd nog stabieler en we konden eindelijk onze angst een beetje laten varen.

Dag 8 moest ik naar huis.
Zonder hem.

Ik heb die week zoveel steun gehad van mijn naaste familie en beste vriendinnen. Stuk voor stuk waren ze er voor ons. Maar die dag wou ik niemand om me heen.
De hele rit naar huis heb ik gehuild als een klein kind. Het voelde niet juist om zo ver weg te zijn van hem. Om uit die vertrouwde cocon te stappen.
Het huis was mooi versierd maar ik kon er niet van genieten.
Het had nog nooit zo groot, kil en leeg aangevoeld.
Vertrekken met een baby in je buik en thuis komen met alleen een litteken op diezelfde buik.
Heel bitter.

Achteraf ben ik natuurlijk dankbaar want het is allemaal goed afgelopen. Mijn nichtje heeft een jaar later haar dochtertje van nog geen 3 maanden oud moeten laten gaan na een immense strijd.
Ik kan amper beschrijven welke pijn wij gevoeld hebben, laat staan dat ik nog maar kan begrijpen welke pijn zij hebben moeten doorstaan. En nog steeds.

Dagelijks worden er baby’s prematuur of dysmatuur geboren.
Met een afwijking.
Dood.
Het doet relativeren maar het neemt niet weg dat we de eerste week heel diep hebben gezeten.
Mensen zeggen wel eens: Je weet niet wat het is als je het zelf niet hebt meegemaakt.
Dit geldt voor alles zo.
Alles heeft zijn tijd nodig.
En ieder ondergaat het op zijn manier.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten